
Elke Schelfhout
Elke Schelfhout (37) is intern begeleider, GOK-coördinator, starterscoach én ambulante leerkracht aan de Vrije Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs Berkenbeek in Wuustwezel. In haar ogen staat het kind centraal bij elke beslissing op school. “Mijn job bestaat erin om samen met anderen kwaliteit te ontwikkelen en verbindingen te leggen in het belang van het kind. We investeren in de relatie met elk van hen. De passie voor onderwijs komt net daardoor ten volle naar boven.”
Schoolklimaat
Nieuwe collega’s worden hier met veel aandacht opgevangen, zegt Elke. “Je moet goed weten waar je in terechtkomt. Daar beginnen we op de dag voor de startvergadering mee, anders word je voor de leeuwen geworpen. Starters kunnen in deze school de eerste 3 weken bij verschillende parallel-collega’s terecht, draaien mee in hun klas en leren zo verschillende onderwijsstijlen kennen. Er zijn ook twee mentoren die de starters specifieker en formeler begeleiden. Na enkele weken gaan de mentoren meedraaien in de klas van de starters en geven zo feedback op coachende wijze. ” In Elke’s team moet iedereen mee op de kar zitten. “We werken als team doelgericht: we spreken aan het begin van het schooljaar af wat we willen realiseren en daar gaan we samen voor!” Elke glimlacht. “Ik zou dit interview liever met het hele team doen, dat begrijp je toch?”
De sfeer op school is bepalend, zegt Elke. “Hier kan je iedereen aanspreken en daar niet raar voor bekeken worden. Je veilig voelen op school is een elementair deel van onze schoolcultuur. Dat straalt uit naar de kinderen en dat is heel belangrijk.” Elke laat haar blik dwalen over de speelplaats. “Dit is een plek waar ik heel graag ben,” mijmert ze. “Ik word gewaardeerd en ingezet volgens mijn kwaliteiten. Ik startte als leerkracht maar kreeg al snel veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Mijn sterke kanten worden aangemoedigd en ik mag groeien. Het parcours dat ik hier mag bewandelen maakt me heel dankbaar. Ik wens dit elke collega in onderwijs toe.”
Oudercontact: investering in samenwerken
Veel kinderen komen met de bus naar deze school, ouders zijn er zelden bij. Het informele contact is bijgevolg haast onbestaande. Dat maakt het oudercontact op zich nog belangrijker. Elke en haar collega’s maken er werk van om ouders met volle aandacht te ontvangen en ze een plek te geven in ‘samen school maken’. “We investeren daar bewust in. Dat betekent dat we ons niet beperken tot 1 infomoment. Er is meer nodig om verbondenheid te creëren. Persoonlijk, open en oprecht contact is nodig. Misschien is het wel een van onze belangrijkste taken. We reiken ouders de hand. Zo beseffen ze dat ze nodig zijn om dit verhaal samen te schrijven. Het gaat om essentieel partnership en we slagen daar voor 96% in.” Elke lacht. “Ja, ik meet dat! En we maken nieuwe afspraken als ouders niet komen opdagen bij een oudercontact. Zo gemakkelijk geraken ze van ons niet af.”
Oudercontact: samen werken aan onderwijs op maat
“We bellen geregeld met ouders, als het minder goed maar zeker ook als het goed gaat. Als ze op school komen, bespreken we het individuele handelingsplan. Dat is een uitgebreid, lijvig document. We proberen het toch zo toegankelijk mogelijk te maken bijvoorbeeld door moeilijk woordgebruik te vermijden. Met sommige ouders overlopen we het hele handelingsplan, met andere ouders lezen we enkel een samenvattend tekstje. Heel af en toe schakelen we over op het kindrapport. We differentiëren dus ook in onze communicatie naar ouders. Bij de open klassenraden (in andere onderwijsvormen: een MDO-gesprek) vragen we de ouders er ook geregeld bij, bijvoorbeeld als we twijfelen over de aanpak of als we het nodig vinden dat ouders gehoord worden. We willen de lat voor elkaar, het kind, de ouders en de school net iets hoger leggen.”
Kinderen en context
Elke en haar collega’s investeren in de relatie met elk kind. Dat start bij de eerste kennismaking, maar ook met een huisbezoek. “Het gaat om het opbouwen en koesteren van een vertrouwensband. We begrijpen sneller en beter hoe een kind in elkaar zit dankzij de context. Een huisbezoek levert veel inzichten op die je helpen dat kind graag te zien. In onze vorm van onderwijs is dat noodzakelijk. Kinderen hebben, net als wij, tijd nodig om die band op te bouwen. We kunnen in bepaalde processen niet te snel gaan. We houden daarom ook ‘kindcontacten’. We gaan persoonlijk met onze leerlingen in gesprek over welbevinden, resultaten en verwachtingen. We bespreken het individuele handelingsplan op eenieders niveau. We benadrukken het positieve maar benoemen ook duidelijk waar er groei zit. Sterke punten dienen als vertrekpunt en hoeven de zwakke niet enkel te compenseren. Vertrouwen opbouwen en aan welbevinden werken, duurt soms een schooljaar lang. Maar dat is niet erg.”
Samen goed school maken binnen het referentiekader voor Onderwijskwaliteit.
Elke danst op school van de ene functie naar de andere, voelt de verbinding en maakt de vertaalslag om kind en school beter te maken. “Het gaat over samen kwaliteit ontwikkelen en stimuleren in een dynamische praktijk. Maar het is mensenwerk en dus niet volledig in procedures vast te leggen. Dialoog is wezenlijk in ons gezamenlijk overleg binnen dit multidisciplinaire team. Ik kan het referentiekader met verschillende brillen op lezen en daar ben ik blij om. Het is op alle niveaus (leerkracht, team, school,…) van toepassing. Het geeft ruimte voor differentiatie en ik ben blij dat het niet zegt HOE je het moet doen, maar dat het wel zegt WAT Onderwijskwaliteit is. Het drukt ons wel op een enorme verantwoordelijkheid… Onze job is levensbelangrijk! Ik ervaar het als een stimulans om blijvend te investeren in kwaliteit, met ruimte voor persoonlijke vrijheid.”